Woordenlijst | Telescopen | Inbegrepen accessoires | Omkeeroptiek
Wanneer u met een refractor of Schmidt-Cassegrain-telescoop naar de hemel kijkt, wijst de focuser naar beneden. Er wordt een zenitspiegel of Amici prisma gebruikt zodat u niet hoeft te knielen of in een ongemakkelijke houding moet staan. Het resultaat is een 90° naar boven gerichte lichtstraal voor een aangename kijkhoek.
Verschil tussen prisma en spiegel
Het prisma heeft de vorm van een driehoek, zoals het dak van een huis. Dit dak heeft een hoek van 45°, zodat de oppervlakken haaks op het licht staan. Wanneer er een lichtstraal een oppervlak raakt, wordt die 90° afgebogen en valt in het oculair.
Een zenitspiegel werkt op dezelfde manier. Hij bevat slechts één spiegel die in een hoek van precies 45° in de behuizing is geplaatst. Zo bereiken het zenitprisma en de zenitspiegel hetzelfde effect.
Voor- en nadelen op een rij:
- Het lichtpad in het prisma is iets langer.
- Prisma’s van mindere kwaliteit kunnen gevoelig zijn voor kleurfouten.
- Voor zenitspiegels is het belangrijk dat ze een hoge reflectiegraad hebben.